1. Beweegbare matrijs (aambeeld) en twee vaste matrijzen (krimpers) – krimp de connectoren.
2. Draadsteunen: plaats de draden in de krimpers en houd ze vast.
3. Draadknipper: voert twee functies uit.Ten eerste lokaliseert het de connector op het aambeeld, en ten tweede snijdt het overtollige draad af tijdens de krimpcyclus.
4. Beweegbare handgreep (met snelhefboom en ratel) – duwt de connector in de krimpmatrijzen en zorgt voor een zeer uniforme, afgewerkte verbinding bij elke krimpcyclus.
5. Vaste handgreep – biedt ondersteuning tijdens de krimpcyclus en kan, indien van toepassing, veilig in de gereedschapshouder worden gehouden.
Gebruikt voor het krimpen van PICABOND-connectoren